Rijksvastgoedbedrijf gaat versterkingsoplossingen testen
Op 18 juni 2019

De breedplatenproblematiek, die een groot deel van de bouw nog altijd flink bezighoudt, vraagt ook bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) veel aandacht. Zo’n 10 van de gebouwen die RVB in beheer heeft, wachten nog op een versterkingsoplossing, zo is uit het stappenplan uit 2017 gebleken. De twee JuBi-torens zijn daarvan de bekendste. Dat aantal kan overigens nog oplopen. RVB betrekt de markt nadrukkelijk in de zoektocht naar de beste oplossing.

Het werd voor RVB in de loop van 2018 steeds duidelijker: informatie over de kwaliteit en de toepasbaarheid van versterkingsoplossingen voor hun gebouwen was nauwelijks beschikbaar. Om die reden startte RVB eind 2018 een markconsultatie. Via het digitale aanbestedingsplatform TenderNed konden aannemers, leveranciers, betonreparatiebedrijven en constructeurs zich aanmelden om de ins en outs van versterkingsoplossingen toe te lichten. Vier bedrijven deden mee: BAM, Kreeft, BALM en Interboor Midsland.
Bij die consultatie was het RVB vooral te doen om de oplossingen, niet om de bedrijven. Drie van de vier bedrijven presenteerden een ankersysteem en één bedrijf (BALM) een oplossing met opgelijmde koolstofwapening.
Op basis van de beschikbaar gestelde informatie heeft RVB alle vier de methoden beoordeeld. Die beoordeling is nu recent afgesloten, met het uitbrengen van een rapportage met alle bevindingen.
 

Proeftuin

RVB heeft veel vertrouwen in de gepresenteerde oplossingen. Maar 100% zekerheid is er nog niet. De getoonde informatie is namelijk vooral theoretisch en daarmee nog niet helemaal voldoende om de juiste beslissing te kunnen nemen.
Nu wil het geval dat er in Lelystad een gebouw leeg staat waarin dezelfevloeren zijn toepast. Het is een ideale proeftuin om de methoden in de praktijk te kunnen testen. Er zijn immers geen gebruikers waarmee rekening moet worden gehouden en van moeilijk bereikbare vloeren als gevolg van verlaagde plafonds, die niet kunnen worden verwijderd, is ook geen sprake. Het zijn juist dit soort aspecten die uitvoering in de praktijk extra complex maken.

RVB heeft alle vier de partijen uitgenodigd deel te nemen aan het versterken van de proeftuin, via een onderhandse opdracht. Omdat het gebouw een aantal dezelfde verdiepingsvloeren heeft kan voor elke oplossing een vloer beschikbaar worden gesteld. Allereerst zullen de versterkingsoplossingen voor dit specifieke geval worden doorgerekend. Na die engineeringsfase worden de methodes nogmaals beoordeeld. Voldoen ze, dan mogen de partijen ze ook daadwerkelijk gaan implementeren in de proeftuin.

Bij die toepassing moet nieuwe, waardevolle informatie beschikbaar komen. De impact zal objectief worden gemeten. Het gaat daarbij onder meer om geluidsoverlast, trillingen, stof. Ook esthetica wordt bekeken. Want die kan in sommige gevallen ook bepalend zijn. Denk aan vloeren die in het zicht zijn. Uiteraard spelen ook de kosten een belangrijke rol.
 

Matrix

Met de beschikbare informatie wil RVB een gefundeerde beslissing kunnen nemen over de toe te passen versterkingsoplossingen in haar gebouwen die moeten worden versterkt. Op basis van alle informatie zal RVB een matrix opstellen met de diverse criteria. Elk gebouw wordt apart beoordeeld. Samen met de betreffende gebruiker wordt gekeken naar de specifieke wensen en wordt er een wegingsfactor toegekend aan de criteria. Samen kan dan een beslissing genomen over de methode die in dat specifieke geval het meest geschikt is. Daarbij gaat het onder meer om de bedrijfsprocessen. Speelt geluid bijvoorbeeld een grote rol, dan krijgt dat criterium een grote wegingsfactor en zijn geboorde oplossingen in het nadeel.

Als een keuze is gemaakt zullen de gebouwen individueel op de markt worden gezet. De marktconsultatie betreft dus geen voorselectie; het staat iedereen vrij om de versterkingen uit te voeren. Het is ook niet zo dat het noodzakelijkerwijs bij de vier oplossingen blijft.
 

“De markconsultatie betreft geen voorselectie”

 

Deze zomer

RVB wil haast maken. De ambitie is dat het gebouw in Lelystad nog deze zomer versterkt is. Of dat ook daadwerkelijk gaat lukken is niet zeker. Het proces is van vele factoren afhankelijk. Zo is het nog niet helemaal duidelijk of er een vergunning nodig is, of dat het bij een meldingsplicht blijft. Daarover worden nu gesprekken gevoerd met de gemeente. Mocht die een vergunning toch nodig achten, dan kan dat tot de nodige vertraging leiden. Ook de engineeringfase zal nog wat tijd vergen. Als dat allemaal achter de rug is, kan het snel gaan. De verwachting is de uitvoering zelf maar zo’n een tot twee weken in beslag zal nemen.
 

Stappenplan 2019

Er bestaat feitelijk nog geen zekerheid over het definitieve aantal RVB-gebouwen dat uiteindelijk moet worden aangepakt. De eerdergenoemde 10 gebouwen zijn beoordeeld op basis van het vorige stappenplan uit 2017. Maar er is inmiddels een nieuw stappenplan gepubliceerd. Op basis van dit stappenplan 2019 worden de komende maanden nieuwe definitieve berekeningen gemaakt.

Verantwoording

Dit artikel is tot stad gekomen met dank aan Bas Kuipers, projectleider van het programma breedplaatvloeren bij het Rijksvastgoedbedrijf.

Reacties (0)

Reageer